Fruit en ik, wij zijn geen vrienden.
Al mijn hele leven eet ik veel te weinig fruit. En da’s best gek. Want ik weet heel goed dat fruit onderdeel is van een gezond voedingspatroon. Ja hallo, ik heb voeding gestudeerd en ik werk bij de GGD. Ik vraag mensen in enquêtes of ze twee stuks fruit per dag eten. Maar zelf blijf ik daar dus hopeloos bij achter.
Dat fascineert me wel. Blijkbaar zegt kennis niks over gedrag. Toch is veel gezondheidsvoorlichting nog steeds gericht op educatie en informatie. Het gaat ervan uit dat kennis leidt tot een andere houding (attitude) en dat leidt tot ander gedrag. Dat werkt soms wel, maar vaak ook niet.
Mensen zijn geen rationeel handelende wezens, al denken beleidsmakers dat wel vaak. We worden beïnvloed door onze emoties en onze omgeving. Vaak onbewust. Veel van ons gedrag is gewoontegedrag en moeilijk te veranderen. Commerciële bedrijven snappen dat maar al te goed. In tegenstelling tot gezondheidsvoorlichters zijn zij prima in staat om hun producten aan de man te brengen. Zij verdiepen zich in de consument. Wat is hun belevingswereld, wat zijn hun drijfveren? En passen daar hun product en marketingstrategie op aan. Ze verkopen geen product maar een gevoel. Coca cola verkoopt geen frisdrankje maar gezelligheid, vriendschap en avontuur.
Hier kunnen we als gezondheidsbevorderaars nog veel van leren. En dat doen we ook gelukkig. Een voorbeeld uit de praktijk:
Een school wilde het ontbijten stimuleren en richtte samen met de leerlingen een leuk ingericht ontbijtlokaal in, waar kinderen voor schooltijd konden ontbijten. Helaas maakte geen kind hier gebruik van. Na observerend onderzoek (rondlopen op het schoolplein) bleek dat veel leerlingen op het schoolplein muziek aan het luisteren of uitwisselen waren. Muziek had dus hun interesse. Uit de gesprekken met de leerlingen bleek daarnaast dat ze het ontbijtlokaal niet ingingen uit schaamte of omdat ze hun ouders niet wilden afvallen (op school ontbijten laat zien dat je ouders niet goed voor je zorgen). Deze informatie zette de school aan om van het lokaal een aantrekkelijke muziekruimte te maken. Uiteraard stonden daar ook schalen met belegde broodjes, die nu wel werden opgegeten. Kort gezegd: het product dat nu ‘verkocht’ werd was niet een gezond ontbijt maar plezier met je vrienden.
Dit is een voorbeeld van wat ook wel social marketing wordt genoemd: de toepassing van marketingconcepten en –technieken om positieve maatschappelijke of sociale veranderingen te bewerkstelligen. Een veelbelovende aanpak die ook binnen GGD’en in opkomst is. Niet met het opgeheven vingertje vertellen wat de doelgroep moet doen (eet twee stuks fruit per dag bijvoorbeeld), maar je in hen verdiepen en hier je aanpak op afstemmen. Hen verleiden tot het gewenste gedrag.
Kortom, wil je mij aan het fruit krijgen dan zul je dus met iets beters moeten komen dan de boodschap dat het zo gezond is. Want dat wist ik al. En wie weet is het lot van de fruitschaal in huize Weterings (treffend beschreven door Eddie Izzard in onderstaand fragment) dan een beter leven beschoren dan nu.
Blog geschreven voor GGD Zeeland
Leave A Reply