Ik wilde iets schrijven over een retraite die ik had gedaan. Een gedichtje over een boom die mij tijdens de retraite troost bood. Maar toen gebeurde er dit in mijn hoofd:
“Waarom schrijf je niet eens over het vluchtelingenprobleem, of de verschrikkelijke situatie in Syrië? Die stukjes van jou over dit en dat, zus en zo, die gaan toch nergens over? De wereld staat in brand en jij schrijft over een fakking boom, over hoe je je ongemakkelijk voelt op een camping, over het wegbrengen van snoeiafval… (Snoeiafval! Mijn god, kan het nog banaler? De mensen in Aleppo zouden WENSEN dat ze snoeiafval mochten wegbrengen!) Zou je je niet eens druk maken over de echte belangrijke zaken in de wereld? Maar nee, het moet weer over JOU gaan, met je geneuzel en je gejank. Lekker belangrijk. Schrijf eens iets intelligents over de over de klimaatcrisis of de oorlogen die de wereld in brand zetten.”
Er woedde zogezegd een kleine oorlog in mijn hoofd. Mijn kritische stem die vond dat het anders moest, beter. Ja die. Klinkt bekend?
De stem die vindt dat ik banale stukjes schrijf.
Die vindt dat ik meer ambities moet hebben
Die vindt dat ik niet zo bang moet zijn
Die vindt dat ik onafhankelijk moet zijn
Die vindt dat ik me niet eenzaam moet voelen
Die vindt dat ik spontaner moet zijn
Die vindt dat ik vaker moet flossen
Die vindt dat ik alles alleen moet kunnen
Die vindt dat ik niet zo verdrietig moet zijn
Die vindt dat ik teveel wc-papier gebruik
Die vindt dat ik me meer moet uitspreken
Die vindt dat mijn haar langer moet
Die vindt dat mijn haar korter moet
Die vindt dat ik beter moet luisteren
Die vindt dat ik niet jaloers moet zijn op die en die
Die vindt dat ik minder wijn moet drinken
Die vindt dat ik meer moet praten
Die vindt dat ik vaker een sinaasappel moet eten
Die vindt dat ik niet boos mag zijn
Die vindt dat ik niet zo lui moet zijn
Die vindt dat ik vaker het beddengoed moet verschonen
Die vindt dat ik vaker moet mediteren
Die vindt dat ik iets moet vinden van dingen
En de meest ironische van allemaal:
Die vindt dat ik niet zo kritisch op mezelf moet zijn
En ineens besefte ik dat dit misschien wel de oorsprong is van alle oorlogen die ooit op de aarde gewoed hebben. De wortel, de kiem: de oorlog in je eigen hoofd.
Die stem die zegt dat dit niet klopt, en dat niet mag. Dat het zus moet en niet zo. Die niet kan accepteren dat de dingen anders zijn dan je zou willen. Die alleen van het mooie en fijne houdt. Die niks te maken wil hebben met de ‘donkere’, ‘lelijke’ kanten van jezelf, van het leven. Die denkt te weten wat liefde is, maar in werkelijkheid geen idee heeft.
Als die oorlog in jezelf gaande is, hoe kun je dan de wereld met liefde tegemoet treden? Met compassie? Met vriendelijkheid, échte vriendelijkheid?
Dus ja, de wereld staat in brand. Ik zie de beelden. Het maakt me verdrietig, angstig. En nee, ik weet niet wat ik daarover moet schrijven. Ik weet alleen dat het hier begint, vanbinnen. Ben ik bereid alles wat ik daar tegen kom te accepteren? Ja ook die kritische stem? En met liefde te bekijken? Zonder het te willen veranderen?
Ja. Makkelijk? Nee. Lukt het? Meestal niet.
Bereid? Ja.
(Dus toen gaf ik die kritische stem een kus en schreef alsnog het gedichtje, dat je hier kan lezen.)
Verschenen in de Padma Nieuwsbrief januari 2017
2 Comments
Prachtig verhaal Karin.
Dank je Michel!